Werken aan een sportieve samenleving

Sport speelt een belangrijke rol in de Nederlandse samenleving. Tijdens de Olympische Spelen, Europese en wereldkampioenschappen zitten miljoenen mensen voor de buis. Of moedigen Oranjefans hun sporters ter plaatse aan. In de afgelopen jaren is de Nederlander in zijn vrije tijd ook zelf meer aan sport gaan doen. Voetbal is in Nederland volkssport nummer één. De voetbalbond is met ruim één miljoen leden de grootste sportorganisatie in het land. Tennis bezet met 700.000 geregistreerde leden de tweede plaats. Andere veel beoefende sporten zijn: atletiek/hardlopen hockey, golf en wielrennen. Zwemmen, fitness, fietsen en hardlopen zijn sporten die vooral individueel en recreatief worden beoefend.

• Samen voor sport
• Topsport
• Accommodaties

Samen voor sport

De komende vier jaar wil de rijksoverheid samen met provincies, gemeenten, sportbonden en verenigingen werken aan een sportieve samenleving. Het doel is een gemeenschap waarin sportieve waarden centraal staan en veel wordt gedaan aan sport en bewegen. Of het nu gaat om school, in de wijk of op het werk: het kiezen van een gezonde en actieve leefstijl moet vanzelfsprekender worden.

Daarnaast heeft de overheid extra aandacht voor groepen die niet of nauwelijks sportief actief zijn. Allochtone jongeren sporten bijvoorbeeld minder dan hun autochtone leeftijdsgenoten. Dat is jammer, want sport is niet alleen gezond, maar ook belangrijk voor de samenleving. Het brengt mensen samen en kan zo bijdragen aan het overbruggen van verschillen.

Topsport

Bij belangrijke internationale wedstrijden zijn altijd veel Nederlandse atleten actief. En met succes. Zo werd turner Yoeri van Gelder in 2005 wereldkampioen op het onderdeel ringen, behaalde Jong Oranje (voetbal) onder leiding van coach Foppe de Haan het Europees Kampioenschap en veroverde het Nederlandse damesteam de titel tijdens het Wereldkampioenschap Zitvolleybal 2006.
De komende jaren wil Nederland een plek bij de beste tien sportlanden van de wereld. Projecten als het ondersteunen van topcoaches en programma’s voor talentherkenning en –ontwikkeling, moeten ervoor gaan zorgen dat Nederlandse atleten nog vaker op het hoogste podium staan.

Accommodaties

Niet alleen tijdens buitenlandse wedstrijden, maar ook in eigen land moeten de Nederlandse atleten zich met de wereldtop kunnen meten. Moderne sportfaciliteiten zijn daarom van groot belang. De overheid draagt hieraan bij. In Hengelo is het atletiekstadion waar jaarlijks de FBK-Games plaatsvinden grondig gerenoveerd, in Eindhoven verrijst het Nationaal Zwemcentrum en in Apeldoorn opent in 2007 het Omnisportcentrum zijn deuren met onder andere een indoor-atletiekbaan en indoor-wielerbaan.