Levensverwachting
Gezondheid wordt overal ter wereld beschouwd als een van de elementairste zaken in het leven. Volgens de definitie van de Wereld Gezondheids Organisatie wordt onder gezondheid verstaan: het je fysiek, mentaal en sociaal goed voelen. In Nederland ligt de gezondheidszorg op een hoog niveau. Dit blijkt onder andere uit de gemiddelde levensverwachting. Die is voor mannen 76,3 jaar en voor vrouwen 81,1 jaar. Niet al deze levensjaren zijn ook gezonde jaren. Nederlandse mannen brengen gemiddeld 14 jaar en vrouwen gemiddeld 20 jaar van hun leven in minder goede gezondheid door.
Hart- en vaatziekten en longproblemen vullen de top vijf van grootste doodsoorzaken in Nederland. De meeste mannen overleden aan hartziekten en longkanker, de meeste vrouwen aan hartziekten en beroerte. Ziekten die een groot beroep op het zorgbudget doen, vergen vaak langdurige en intensieve zorg voor grote aantallen patiënten, zoals verstandelijke handicap (7,7 procent van de totale kosten), dementie (4,9 procent) en beroerte (2,9 procent).
De kwaliteit van zorg
De zorg wordt in Nederland verstrekt door een groot aantal zorginstellingen en individuele beroepsbeoefenaren. Betaalbaarheid, kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg zijn daarbij de belangrijkste uitgangspunten. De kwaliteit van de zorg is geregeld in een aantal wetten. Daarnaast zijn er patiënten- en consumentenorganisaties, die bijdragen aan de kwaliteit van de zorg en zorgen voor inspraak van patiënten. Deze organisaties kunnen de verzekeraars bijvoorbeeld aanspreken op de inkoop van kwalitatief goede zorg. Ziekenhuizen, verzorgingshuizen en andere zorgaanbieders zijn zelf verantwoordelijk voor hun kwaliteit en de bewaking daarvan. De Inspectie voor de Gezondheidszorg houdt namens de overheid toezicht op de kwaliteit van de zorg.
Kostenbeheersing
In 2005 werd in Nederland 46 miljard euro uitgegeven aan gezondheidszorg. De overheid streeft ernaar om de zorg betaalbaar te houden. Toch is het budget dat aan de gezondheidszorg wordt besteed, de snelst groeiende post op de overheidsbegroting. Dit wordt onder andere veroorzaakt door de vergrijzing van de Nederlandse samenleving.
In 2030 zijn ongeveer vier miljoen Nederlanders ouder dan 65 jaar. Dat is bijna een kwart van de bevolking. Op dit moment is ongeveer zeventien procent van de bevolking ouder dan 65. De toename van het aandeel ouderen is het gevolg van de naoorlogse geboortegolf en de stijging van het aantal geboorten tot ongeveer 1970. Door de vergrijzing wordt het percentage mensen dat een beroep doet op de gezondheidszorg groter. De beheersing van de kosten staat in Nederland in het middelpunt van de belangstelling. De overheid streeft er naar meer prikkels in het zorgsysteem in te bouwen om de efficiëntie te vergroten. Ook de mensen zelf krijgen meer eigen verantwoordelijkheid.
Zorgverzekering
Sinds 1 januari 2006 is er in Nederland één zorg-verzekering voor iedereen. Die verzekering kent een wettelijk vastgelegd basispakket. Iedereen is vrij om te kiezen bij welke zorgverzekeraar hij deze verzekering afsluit. De zorgverzekeraars zijn verplicht iedereen te accepteren. Ze mogen niemand weigeren, ook niet vanwege leeftijd of chronische ziekte. Ook mogen ze geen hogere premie vragen aan mensen die ziek of ouder zijn. Iedereen die in Nederland woont of er loonbelasting betaalt, is verplicht zich tegen ziektekosten te verzekeren. Het nieuwe stelsel moet leiden tot meer doelmatigheid en klantgerichtheid in de gezondheidszorg.
Ontwikkelingen in de eerstelijnszorg
Iemand die een probleem heeft met zijn gezondheid, neemt in eerste instantie contact op met een zorgverlener uit de eerste lijn. Dat is bijvoorbeeld de huisarts, tandarts, fysiotherapeut of verloskundige. De eerste lijn voorkomt dat zorgvragers een onnodig beroep doen op complexere en duurdere zorg in de tweede lijn. Ook is de eerste lijn relatief goedkoop: zij kost ongeveer vier procent van het totale budget dat per jaar in Nederland aan zorg wordt besteed.
De eerstelijnszorg bevindt zich in een overgangsfase. De omslag moet er toe leiden dat de zorg minder vaak een zaak wordt van de rijksoverheid en juist meer van de mensen zelf. Ook wordt het (lokale) ondernemerschap in de zorg vanuit de overheid gesteund en gestimuleerd.
Langdurige zorg
De laatste jaren is in zorg aan ouderen en gehandicapten een ontwikkeling gaande die 'vermaatschappelijking' wordt genoemd. Daarbij staat niet meer de aandoening van de persoon centraal, maar de mens die zoveel mogelijk een zelfstandig leven in de samenleving moet kunnen leiden. Zorg die vroeger alleen binnen instellingen werd geboden kan nu, als mensen dit willen, thuis worden aangeboden. Bij het zelfstandig blijven wonen hoort ook passend werk of een andere dagbesteding. Zorgverleners werken daarvoor nauw samen met bijvoorbeeld de arbeidsvoorziening, het welzijnswerk en het bedrijfsleven.
De gemeenten in Nederland hebben een wettelijke zorgplicht voor deze categorie mensen. Zij dienen te zorgen voor vervoer, rolstoelen en goede woonvoorzieningen, die de 'leefsfeer' voor ouderen en gehandicapten moet verbeteren. Tegenwoordig kunnen patiënten hun zorgvraag ook zelf indienen bij de gemeente via een speciaal bureau. In overleg kunnen patiënten in aanmerking komen voor zorg in natura of kunnen zij een persoonsgebonden budget aanvragen. Hiermee kunnen zij zelf zorg inkopen. Voor de zorgaanbieders betekent dit dat zij flexibeler moeten omgaan met hun aanbod en moeten inspelen op de behoeften.
Maatschappelijke ondersteuning
De gemeenten in Nederland hebben een wettelijke zorgplicht voor ouderen en gehandicapten. Zij moeten zorgen voor vervoer, rolstoelen en goede woonvoorzieningen, die de ‘leefsfeer’ voor ouderen en gehandicapten moet verbeteren. Patiënten kunnen hun zorgvraag ook zelf indienen bij de gemeente via een speciaal bureau. In overleg kunnen patiënten in aanmerking komen voor zorg in natura. Of zij kunnen een persoonsgebonden budget aanvragen. Hiermee kunnen zij zelf zorg inkopen. Voor de zorgaanbieders betekent dit dat zij flexibeler moeten omgaan met hun aanbod en moeten inspelen op de behoeften.
Hoe blijven we gezond
Het voorkomen van gezondheidsproblemen en ziekten gebeurt in Nederland op verschillende manieren. De huisartsen zijn het eerste aanspreekpunt voor mensen met gezondheidsklachten. Daarnaast worden alle kinderen tussen de 0 en 9 jaar ingeënt tegen difterie, kinkhoest, tetanus en polio. Bevolkingsonderzoek (bijvoorbeeld naar borstkanker) is een andere manier om gezondheidsrisico’s in een vroeg stadium op te sporen. De Gezondheidsraad heeft hierbij een belangrijke adviserende rol.
Gezonde voeding, voldoende bewegen, niet roken, weinig alcohol drinken, veilig vrijen en regelmatig voor ontspanning zorgen, dragen allemaal bij aan een goede gezondheid. Verschillende organisaties en instellingen in Nederland geven over deze aspecten voorlichting en stimuleren mensen om gewoontes die schadelijk zijn voor de gezondheid in te perken.
Roken
De Nederlandse overheid wil het roken ontmoedigen. 28 procent van de Nederlanders boven de 15 jaar rookt. Roken is nog steeds de belangrijkste vermijdbare doodsoorzaak in Nederland. Jaarlijks sterven er ruim 20.000 mensen aan aandoeningen die aan roken zijn gerelateerd. Bovendien veroorzaakt roken hoge zorgkosten en aanzienlijke maatschappelijke kosten. Roken brengt niet alleen de gezondheid van de roker zelf schade toe, maar ook die van anderen in zijn omgeving.
Door de Tabakswet kan de overheid maatregelen nemen om het tabaksgebruik te beperken. Zo geldt bijvoorbeeld een rookverbod in overheidsgebouwen en inrichtingen voor bijvoorbeeld gezondheidszorg, gesubsidieerde sport, welzijn en onderwijs. Aan kinderen onder de 16 jaar mogen geen tabaksartikelen worden verkocht. Sinds 2004 zijn werkgevers verplicht ervoor te zorgen dat hun werknemers geen hinder of overlast van roken ondervinden. Elke vorm van tabaksreclame is in Nederland verboden, behalve in de tabaksspeciaalzaak. Exploitanten van treinen, bussen en taxi's zijn verplicht ervoor te zorgen dat hun passagiers tijdens de reis geen hinder of overlast van roken ondervinden.
Overgewicht
Veertig procent van de volwassen Nederlanders heeft overgewicht. Teveel en verkeerd eten in combinatie met te weinig bewegen veroorzaakt aanzienlijk gezondheidsverlies. Jaarlijks zijn er ongeveer 40.000 nieuwe gevallen van hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en kanker. Dit leidt tot gemiddeld 20.000 doden per jaar. Daarnaast kan overgewicht ook leiden tot stigmatisering van mensen, in het bijzonder van kinderen, en daarmee psychische en sociale klachten. Overgewicht is niet alleen een ernstig, maar ook een duur probleem. Volgens de Gezondheidsraad is de gezondheidszorg nu al twee miljard euro per jaar kwijt aan kwalen die verband houden met overgewicht en de verwachting is dat die kosten alleen maar zullen stijgen. Hoewel mensen in de eerste plaats zelf verantwoordelijk zijn voor hun gezondheid, ziet de overheid voor zichzelf ons een rol weggelegd om mensen te stimuleren meer te bewegen en gezonder en minder te eten. Dat gebeurt bijvoorbeeld door middel van publiekscampagnes.
Geneesmiddelen
In vergelijking met andere Europeanen gebruiken Nederlanders relatief weinig geneesmiddelen. De prijzen van geneesmiddelen liggen in Nederland op een gemiddeld Europees niveau. Vooral door de komst van nieuwe, betere en veelal duurdere geneesmiddelen zijn de uitgaven voor medicijnen, net als in alle andere westerse landen, hard gestegen. Om de kosten van geneesmiddelen te beteugelen, stimuleert de overheid het 'zinnig en zuinig' voorschrijven van en omgaan met geneesmiddelen. De overheid kiest daarbij voor sturing op afstand en geeft zorgverzekeraars een regierol in de geneesmiddelenvoorziening (farmaceutische zorg). Het idee hierachter is dat zorgverzekeraars veel dichter bij patiënten, artsen en apothekers staan. Daardoor zijn zij beter in staat een goede, doelmatige geneesmiddelenvoorziening te realiseren en zo de kosten te beheersen.
Drugs
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport coördineert het Nederlandse drugsbeleid. Hoofddoelstelling is het voorkomen van drugsgebruik en het beperken van de risico’s bij drugsgebruik. Het gebruik van drugs is in Nederland niet strafbaar. Drugsverslaafden kunnen hulp krijgen bij ontwenning en bij het verbeteren van hun lichamelijke, geestelijke en sociale situatie. Doordat drugsgebruikers geen strafvervolging hoeven te vrezen vanwege het innemen van drugs, ligt de drempel naar hulpverlening laag. Het ministerie van Justitie is belast met de bestrijding van de handel in drugs. Zowel op nationaal als internationaal vlak werken justitiële en hulpverlenende instanties daarbij samen. Het Nederlandse drugsbeleid maakt een onderscheid tussen harddrugs (bijvoorbeeld heroïne, cocaïne en synthetische drugs) en cannabis. Dit onderscheid is gebaseerd op verschillen in gezondheidsrisico’s. Binnen Europa heeft Nederland het laagste sterftecijfer als gevolg van drugsgebruik, zo blijkt uit onderzoek van het Europese Waarnemingscentrum in Lissabon.
Euthanasie
Voor patiënten die ondraaglijk en uitzichtloos lijden, is in Nederland de zorg rond het levenseinde zorgvuldig geregeld. In Nederland verstaan we onder euthanasie: levensbeëindiging door een arts op verzoek van een patiënt. Daaronder valt ook de hulp van een arts bij zelfdoding. Als de patiënt het uitdrukkelijk wenst, kan euthanasie het waardige sluitstuk zijn van een ziekteproces waarin alle mogelijke vormen van (palliatieve) zorg zijn uitgevoerd. In de Nederlandse euthanasiewet is bepaald dat een arts niet strafbaar is voor het toepassen van euthanasie, als hij voldoet aan de zorgvuldigheidseisen die in de wet beschreven zijn.
Voor wie uitgebreider over het Nederlandse beleid inzake drugs of euthanasie geïnformeerd wil worden, is er elders op deze site aanvullende informatie beschikbaar (zie ‘beleid inzake drugs, euthanasie en andere ethische kwesties’).